Ahh, die buikspieroefeningen op
zaterdagochtend. Zo ontzettend erg. Volgens mij heb ik gewoon geen
buikspieren meegekregen bij mijn geboorte. Al na een paar keer kom ik
helemaal niet meer omhoog. Ik laat me maar weer op de mat
neerploffen. Even paar keer adem halen en ik ga weer verder.
En dan ineens schiet het door me
heen: “Ademhaling begint bij de navel en eindigt bij de
neusgaten”*. Tsja, soms lees je zomaar iets dat blijft hangen. Ik
weet nog dat ik vroeger tijdens deze oefeningen me adem inhield, nu
probeer ik tijdens de oefening nog dieper adem te halen: eerst de
onderkant van de longen vullen en de navel wegduwen, daarna de
bovenkant te vullen met verse lucht waarbij de borstkas omhoog komt.
Verrek, het werkt. De oefening
gaat een stuk makkelijker. Heb ik dan toch buikspieren bij mijn
geboorte meegekregen? Eén ding is wel zeker: dat ademen dat ik al
vanaf mijn geboorte doe is toch veel moeilijker dan gedacht...
* gelezen in stuk van Thich Nhat
Hanh: “Het is een wonder op aarde te lopen”