En op een gegeven moment kan ik het
gewoon niet langer meer aanhoren: al die verspilling om me heen. Als
ik de laatste tijd zit te mediteren hoor ik alleen maar verspilling:
de verwarming die aanslaat terwijl ik bijna naar bed ga, de harde
schijf van de laptop die ik vergeten ben uit te zetten, de koelkast,
die eigenlijk altijd aanslaat en dus vervangen moet worden door een
energiezuiniger exemplaar, de afwasmachine die vertelt dat hij klaar
is en die ik eigenlijk al had moeten uitzetten voordat ik ging
mediteren.
En op een gegeven moment kan ik die
verspilling dus niet langer aanhoren en spring in van mijn kussen om
een einde te maken aan de verspilling. Lager die verwarming, uit die
laptop en afwasmachine. Na deze actie ga ik snel weer terug naar mijn
kussen en kan ik eindelijk rustig verder mediteren.
Natuurlijk, natuurlijk. Ik weet het ook
wel. Mijn meditatie is juist bedoeld om hier eens goed naar te
kijken en me bewust van te worden. Om te realiseren dat de verspilling in mijn hoofd zit en dat
de verwarming slechts tikt, de laptop slechts ratelt, de afwasmachine
slechts piept en de koelkast slechts bromt. Dat is wat mijn oren
horen, de rest zijn de projecties van mijn geest.
Maar op een gegeven moment is het ook
gewoon even te veel en doe ik er wat aan. En dat mag ook en is zoals
het is!