“Vandaag gaan we het eens over iets
anders hebben”. Ik pak een tafel erbij en ga er in kleermakerszit
op zitten voor het scherm. Er is geen ontsnappen meer voor me aan. Ik
kijk mijn collega's aan. Wat moeten ze wel niet van me denken? Deze
keer kan ik me niet achter een ingewikkeld technisch verhaal
verschuilen. Ik ga het deze keer over mezelf hebben, over meditatie,
over stilte retraites.
Als paraplu gebruik ik het onderwerp
zelfontwikkeling. Ik leg uit dat ik daar vroeger een broertje dood
aan had. Uit je comfort zone komen: aan mijn hoela! Het heet niet
voor niets zo, waarom zou ik daaruit moeten komen? Meteen een scherpe
vraag van een collega: of ik nu een beetje in mijn comfort zone zit?
Shit, schiet het door me heen, ik had ze nog zo willen verzoeken pas
na afloop vragen te stellen. Ik voel me rood aanlopen, ik begin wat
te stotteren maar kom al snel op het antwoord wat ik nu net voel:
nou, niet helemaal... Ik ga verder met mijn verhaal hoe ik bij
mediteren ben uitgekomen (tsja, soms in het leven voel je je zelfs in
je comfort zone niet comfortabel meer) en hoe ik door bewust te
worden van mijn omgeving en van mezelf eigenlijk als vanzelf mijn
comfort zone stapje voor stapje ben gaan vergroten. Dat iemand die
van avontuurlijke vakanties houdt en net niet de stilste in de groep
is, een geweldige ervaring kan hebben tijdens een stilte retraite
(waar je je nota bene ook nog in het zwart moet kleden, net mijn
lievelingskleur (maar niet heus)). Hoe je daar je hoofd nog verder
leeg maakt en jezelf nog beter leert kennen, hoe je daar alles onder een vergrootglas legt.
Ik sluit af met de opmerking dat dit
mijn weg voor zelfontwikkeling is en dat iedereen bij het verlaten
van de ruimte dit zo snel mogelijk moet vergeten en zijn eigen weg
moet zoeken, wat het ook moge zijn.