Soms als ik weer ga zitten mediteren
vraag ik me wel eens af waar ik het nu allemaal voor doet. Oefening
baart kunst, maar ja, wat voor kunst? Net als tijdens mijn studie ga
ik nu ook niet meer 's avonds allerlei wiskunde sommetjes zitten
maken om de volgende dag de problemen op mijn werk beter op te
lossen. De oefening houdt een keer op, maar wat is er dan?
Het thema van oefenen kwam afgelopen
vakantie ook terug. Twee dagen wilden we een mooie dagtocht vanuit de
hut maken, maar waren we genoodzaakt halverwege om te keren. Geen
zicht, harde wind, te veel risico om verder te gaan, dus zelfde weg
weer terug. Wat moest ik nu van zo'n dag vinden? Omdat de dag niet
aan mijn verwachtingen voldeed, moest ik de dag dan maar aanmerken
als een oefendag en de dag erna weer een “echte” tocht maken en
de ervaring meenemen?
De dagen erna vielen een aantal
puzzelstukjes op deze vraag in elkaar. De korte samenvatting: bij
oefenen gaat het om de ervaring die je opdoet. Maar ervaring kunnen
we ook heel letterlijk nemen*. Ervaren betekent vooral “
er-varen” oftewel “er
varen”. Door het mee te maken, door
het te doen, door er simpelweg “te zijn” doen we de er-varing
op. In dit opzicht zijn de “mislukte” dagtochten niet wezenlijk
anders dan de '”echte” tochten!
De lessen van deze “mislukte”
tochten hebben ook meteen terug op mijn meditatie oefening. Er gewoon
zijn, in het hier en nu, is precies weer wat Zen met als oefening het
mediteren wil bereiken. Ook het mediteren is ervaren
en
even de tijd nemen in het hier en nu te zijn.
Maar
ja, of ik er met al die hersenspinsels over ervaren, er-varen en er
varen nu echt in het hier en nu was, denk het eigenlijk niet.
Misschien is dit wel de grootste les. Niet zo piekeren en in mijn
hoofd leven.
* Duidelijk geval van plagiaat,
maar zelfs google kan mijn bron niet meer vinden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten