vrijdag 24 juni 2016

Soms zit het mee, soms zit het tegen

Maandagochtend, half zeven, Staphorst. Een raar geluid, een grote rookpluim in mijn achteruitkijkspiegel en de motor van mijn trouwe auto stopt er definitief mee. Ik manoeuvreer snel naar de vluchtstrook. Een paar uur later ben ik weggesleept en drink ik een bakje thee in een wegrestaurant. Ik zie mijn lieve ouders aan komen rijden. Gelukkig passen al mijn spullen nog in de auto erbij en word ik thuis afgezet.

Dinsdagochtend, kwart voor acht, Nijmegen. Na een heerlijk relaxte treinreis kom ik aan bij de toegangspoort van mijn werk. Ik scan het pas en... helaas een rood lampje. Ik neem contact op met de receptie via de intercom. Mijn pasje is tijdelijk geblokkeerd. Of ik maar even wil omlopen naar de hoofdingang. Mmm, dat is wel bijna 1.5 km.. Enigszins gefrustreerd door alle pech deze week keer ik om en... zie onze lieve secretaresse voor me staan. Niet veel later ben ik met haar fiets bij de hoofdingang en kan ik (eindelijk) weer aan het werk.

Dinsdagmiddag, half een, Nijmegen. Druk, druk, druk. De hele dag al aan het rennen om de schade van de dag ervoor enigszins in te halen. Ik ren nog even snel de kantine in om mezelf op wat lekkers te trakteren. Bij de kassa schiet het ineens door me heen: mijn pinpas werkt niet helemaal lekker. De avond ervoor had ik ook al grote ruzie met de NS automaat om mijn OV-chipkaart op te laden. Ik haal mijn pasje langs de pinautomaat, en nogmaals, en nogmaals, maar helaas, geen lekkere lunch vrees ik. Grr.... De lieve caissière vraagt mijn pinpas en zegt dat het met haar magische handen wel moet lukken. Ja, ja, geloof je het zelf? Vijf seconden later loop ik alsnog met mijn vette hap de kantine in. Betaald en al!

Woensdagmiddag, kwart over vier, station Nijmegen Goffert. De trein van 16.18 zal vandaag niet rijden”. Ik had me al bijna voorgenomen om vaker met de trein naar het werk te gaan, maar dit kost de NS toch een tevreden klant. Ik bel de autodealer waar ik om half zes mijn nieuwe auto zou ophalen. Helaas, een half uurtje later kan echt niet, garage gesloten, kinderen moeten bij crèche opgehaald worden. Maar de lieve autodealer is erg begripvol, ondanks dat ik hem eerder deze week al moest vertellen dat hij een auto zonder werkende motor had gekocht. Hij maakt meteen de volgende dag tijd voor me zodat ik de auto donderdag alsnog kan ophalen (als de NS dan tenminste wel rijdt...). En oh ja, die auto in Staphorst zonder motor wordt daar ook nog opgehaald!

Ach ja, wat zat er nou eigenlijk tegen deze week met al deze lieve behulpzame mensen om me heen?

vrijdag 17 juni 2016

Tranen

De tranen rollen over mijn wang. Het liefst zou ik in snikken uitbarsten. Maar ja, dat kan ik toch echt niet zomaar maken met al die mediterende mensen om me heen. Stel je toch eens voor...

Even later besef ik dat dat eigenlijk wel kan als ik die behoefte heb en me daar niet in moeten laten tegenhouden door een soort maatschappelijke (of zelf opgelegde?) norm. Maar juist in die vrijheid die ik hierin vind, komt ook het gevoel naar voren dat het zo goed is om de tranen in stilte te laten rollen en dat doe ik dan maar. Gewoon even bij mijn verdriet blijven. Ik kan zelfs opmerken dat ik na afloop mijn ogen droog met mijn T-shirt, niet alleen om mijn ogen te drogen, maar ook als een vorm van communicatie. Niemand die reageert, maar dat was ook niet de bedoeling, anders was ik wel in snikken uitgebarsten...
  
Tranen 2

De tranen rollen over mijn wang. Het liefst zou ik in snikken uitbarsten. Frustratie, machteloosheid? Ik wordt geconfronteerd met een situatie waar ik al langer geen raad mee weet. Zie het als dat slimste jongetje van de klas die eens niet het goede antwoord mag geven. Het ligt zo voor de hand, althans dat denk ik. Maar niemand die het zegt. Het liefst zou ik het uitschreeuwen, maar ik weet inmiddels ook dat ik het niet kan zeggen, daar leert niemand iets van. Geduld is het enige wat overblijft. Meer dan een goede aanwijzing kan ik niet geven. Het inzicht: dat antwoord komt vanzelf als de tijd rijp is.

Tranen 3

De tranen rollen over mijn wang. Het liefst zou ik in snikken uitbarsten. Opluchting, bevestiging? Soms zie je iets moois in mensen, kun je als het ware houden van alle mensen. De schoonheid van de mensen om me heen is overweldigend.

zaterdag 11 juni 2016

Pot met goud

Een heerlijke zomeravond. Lekkere temperatuur en mooi zonnetje. Mogen we wel vaker hebben in Nederland! Ik besluit nog een stukje te gaan wielrennen. Snel omkleden en op pad. Met een grote glimlach fiets ik weg en geniet van de snelheid, van de uitgestrekte weilanden, van de bospaadjes, van de muziek.

Dan vanuit het niets. Eerst een paar druppels. Ik ben regelrecht een hoosbui in gefietst. De temperatuur is nog steeds aangenaam en de zon schijnt nog steeds. Mijn glimlach weet ook van geen wijken. Het fietsen heeft soms meer weg van waterfietsen op de zeiknatte wegen. Het licht is geweldig mooi met de laagstaande zon door de bomen die reflecteert op de spiegelende weg. En dit alles zie ik door de vele druppels op mijn zonnebril. De zon schijnt immers nog, maar een paar ruitenwissers zou geen overbodige luxe zijn. Ik geniet nog steeds van de snelheid en de muziek speelt ook gewoon door. Ben na een half uurtje stortdouche wel volledig doorweekt, maar het kan de pret geen moment drukken.

Zo snel als de bui begon, zo snel houdt deze vlak bij huis ook weer op. De wegen zijn hier weer helemaal droog, in het centrum zitten mensen heerlijk te genieten van een ijsje op het terras. De buren knikken begripvol: logisch dat je op zo'n mooie zomeravond nog een stukje gaat fietsen. Niemand heeft een flauw benul van wat ik heb meegemaakt.

Thuis val ik weer neer in het gras, waar ik ruim een uur geleden ook lag. Er lijkt niets veranderd, alleen mijn doorweekte kleding herinnert nog aan de bui. Ik ben lichtelijk verbaasd over het plezier dat ik er nog steeds in had, ondanks de stromende regen. Zou ik dan die grote pot met goud gevonden hebben? Met al die zon, met al die regen, ik fietste een half uur onder de regenboog, dan moet ik die pot toch wel zijn tegenkomen. Daar word je wel vrolijk van. Alleen jammer dat het onder de regenboog altijd regent. Maar hoe harder het regent, hoe groter de pot met goud!