zondag 17 juli 2016

Het zijn net mensen

Mmmmmmm, Zzzzzzzzzzzz, Ieeeeeeeeeee. 

Deze week mediteer ik op zonovergoten alpenweides. Een absolute stilte in een betoverende omgeving zou je hier verwachten, de ideale omgeving voor meditatie. Het tegendeel lijkt waar te zijn. Altijd is er een hels kabaal om me heen dat me onrustig maakt. Allerlei insecten lijken iets van me te moeten, vliegen nieuwsgierig om me heen, willen aan me zitten of zich aan me voeden. Net als in een grote mensenmassa heb ik het gevoel continue op me hoede te moeten zijn en mezelf te beschermen tegen een boze buitenwereld. Alles het tegengestelde van de veilige omgeving van de zendo.

Maar alle oefening baart kunst. Ik kan naar mijn gespannenheid kijken en na enkele dagen valt deze dan ook langzaam weg. Ik merk dat de enge beestjes helemaal niet eng zijn en dat ze hun aandacht voor mij al snel verliezen als ze ontdekken dat er echt geen honing te halen is. De bloem naast mij is dan een veel beter doelwit. Als ik rustig blijf zitten, zijn de bijen ook niet gespannen en op hun hoede en peinzen er niet over mij te steken. Ik ben geen gevaar voor hen en zij geen gevaar voor mij. 

Nadat ik tijdens het wandelen gebeten ben door een daas (tsja, net als ik moet ook dit beestje soms eten) en hier een dag later nog last van heb, komen de verdedigingsmechanismen weer. De vooroordelen voor alle insecten zijn terug en moeten hier dan ook tijdelijk onder lijden door met zachte doch dwingende hand snel uit mijn omgeving verwijderd te worden als ze iets te dichtbij komen.

Maar het mediteren helpt me ook deze horde te nemen en de glimlach voor de natuur om mee heen komt terug. Ik probeer filosofische vragen te beantwoorden (“Hebben insecten ook een boeddha natuur?”) en de wijze lessen die ik deze week van deze insecten heb geleerd over mezelf en de mensen om mij heen worden me langzaam duidelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten