Donggggggggggg
Als een voetballer die na het
raken van de bal al weet dat het een doelpunt zal worden, zo weet ik
deze keer bij het slaan van de klankschaal dat het geluid geweldig
zal zijn. En hoe: niet te hard, niet te zacht, zuiver van toon, een
rond geluid en lang naklinkend. Het was eigenlijk meer strelen dan
slaan. Wow!
Maar dit geweldige gevoel wordt
snel gevolgd door een kleine golf van paniek. Ik schrik van het
ontzettend mooie geluid. Ik moet de gong al snel voor een tweede keer
slaan en de nieuwe slag moet natuurlijk wel net zo mooi zijn als de
eerste. Geen tijd om na te genieten dus. Rust.. vooral niet teveel
nadenken, even diep ademhalen. Ik sla de klankschaal voor een tweede
keer en... Laten we zeggen dat ik niet helemaal ontevreden ben.
Als ik de klankschaal sla bij het
inleiden van de meditatie, is het alsof ik een kijkje in mijn
gedachtes geef. Gelukkig weten de meeste aanwezigen dat niet,
tenminste dat hoop ik dan maar. De eerste slag te luid: iets te
enthousiast. De tweede daarna erg zacht of zelfs gemist (ja, ook dat
komt zelfs voor): duidelijk oordeel over de eerste slag, en dat dit
zeker niet zo mag zijn. Een evenwichtige geluid duidt op een
evenwichtige geest. Hoe mooier het geluid, hoe meer streling in de
slag, hoe meer rust.
Wie weet wat ik de komende tijd
allemaal kan leren van mezelf door naar mijn eigen klanken te
luisteren. Dit kan wel eens een mooie thermometer
zijn! Maar ja, of al dat extra denken nu bevorderlijk is om nog meer
mooie geluiden uit de klankschaal te halen?