zondag 6 november 2016

Een stukje voorlezen

Wat kan er nu moeilijk aan zijn. Gewoon een stukje tekst voorlezen aan een groep van een man (en vrouw) of twintig. Doen we al sinds de lagere school. Ik probeer de tekst zo helder mogelijk voor te lezen en de boodschap van het stukje over te brengen. Ik lees de tekst voor het eerst en probeer snel de juiste accenten aan te brengen. Saai moet het natuurlijk ook niet zijn, vallen mensen alleen maar van in slaap. Aan het einde van de alinea heb ik eigenlijk geen idee wat ik precies heb voorgelezen. Achteraf merk ik dat ik mezelf misschien ook wel een beetje wilde presenteren, ik ben tenslotte net nieuw in deze groep. 

Mijn toehoorders hebben waarschijnlijk ook geen idee wat ik precies heb voorgelezen. De opdracht was om eens niet naar de inhoud van mijn verhaal te luisteren, maar naar de vorm. Wat kon er afgeleid worden over mij op de manier hoe ik het stukje voordroeg, wat viel op en wat zou je mij willen vragen.

Iedereen krijgt even de tijd om zijn observaties op een rijtje te zetten en dan krijg ik de terugkoppeling. Wel spannend! Wat ga ik allemaal over mezelf leren? Mijn intentie om de boodschap met de juiste accenten over te brengen blijkt te worden opgevat als dwingend, belerend en een toon van “het is maar dat je het weet”. Mmm, niet mijn (bewuste) bedoeling maar als het zo opgevat wordt.... De vragen die ik krijg slaan ook wel twee keer de spijker op de kop: Wat zou ik vinden als niemand me zou begrijpen (ahhhhh, kleine nachtmerrie) en of ik wel eens overenthousiast ben (Nee, natuurlijk niet, hoe kom je daar nu bij....). 

Het volgende stukje wordt voorgelezen. Vanaf het begin hoor ik een kerkelijke galm. Op mijn vraag of de persoon wellicht vroeger veel in de kerk heeft voorgedragen wordt meteen bevestigend geknikt.

Een mooie les in non-verbale communicatie!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten