Het gevaar van
veel mediteren en aanverwante literatuur lezen is dat je iets te
zweverig wordt en het contact met de aarde een beetje verliest. Daar
was ik eigenlijk nooit echt bang voor bij mezelf, tot afgelopen
vrijdag. Filmpje kijken met een paar vrienden: Inner worlds, outer
worlds.
Dit is wel het meest zweverige dat ik
ooit heb gezien. In hoog tempo worden alle elementen van Oosterse
filosofie (Kundalini, Chakra's, tantra, boeddhisme) verbonden met de
zwaartekracht van Einstein, fractals, golven, Fibonacci reeks en
spiralen. Soms is het ver gezocht (wie ziet er nu boeddhafiguur in
een fractal?), soms is het met elkaar in tegenspraak voor mijn
gevoel.
Maar hoe zweverig het ook is, ik kan
het volgen (help!), het is onderhoudend, daagt de geest uit en geeft
ook wel weer een mooie samenvatting van heel zaken die ik de
afgelopen jaar geleerd heb met zen: over de rol van gedachtes, over
verbondenheid, over in contact staan met de natuur.
Dat laatste is meteen ook wat ik
meeneem uit deze serie: waar de natuur achteloos overal Fibonacci
reeksen volgt in ananassen, bloemen, sterrenstelsels heeft de mens
hier allemaal ingewikkelde wiskunde voor nodig om dit na te doen. Als
we een beetje dichter bij de natuur zouden staan en ons gevoel zouden
volgen als een groeiende dennenappel of slakkenhuis zonder één
hersencel, zouden we dan ook niet vanzelf deze reeks volgen? Zou een
dennenappel nu echt weten dat zijn groei voldoet aan de geweldige
formule:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten