zaterdag 30 april 2016

Duif, deel 2

Een hagelbui steekt over. De duif zit ineengedoken, stil op een tak in de tot bloei komende boom. Ik zit beschut op het balkon. Als de bui voorbij is, komt de duif weer langzaam te leven en loopt wat naar voren. Schut de nattigheid van zich af. Een andere duif strijkt neer aan de andere kant van de boom. Omzichtig, bijna verlegen, gaat de eerste duif op weg naar de tweede duif. Vliegt eerst een paar takken verder, kijkt dan schuchter om zich heen en vliegt nog een paar takken verder. Dan loopt ie naar het einde van deze tak om met een klein hupje dan naast de andere duif uit te komen. Alsof hij na deze koude douche van hagel even een vleugel over zijn schouder wil om het leed wat te verzachten, op zoek is naar een gevoel van geborgenheid en liefde.

Op het moment dat de duiven naast elkaar zitten, zoals ik ze wel vaker als een verliefd stelletje in de boom zie zitten, vliegt de andere duif weg. Hoe moet de eerste duif zich nu wel niet voelen, afgewezen, alleen, in de steek gelaten door zijn maatje? 

Misschien piekert de duif wel niet over heden en verleden en leeft in het hier en nu. Maar misschien voelt de duif wel en heeft ook zijn emoties die, zonder het zich te beseffen, zijn gedrag net zo beïnvloeden als mijn emoties mijn gedrag.

Juist bij mijn gevoelens blijven is voor mij dit weekend in het nu leven. Ben wellicht meer duif dan ik denk.

Geïnspireerd door interview met Frans de Waal, NRC wetenschapsbijlage 23 april 2016, “Ben ik slimmer dan een octopus omdat ik kan praten?”

vrijdag 22 april 2016

Walnoten

Krak. In tientallen stukjes breekt de walnoot uiteen in mijn hand. De stukjes noot moet ik nu scheiden van de vele stukjes schaal. Dat moet beter kunnen. Beetje bij beetje leer ik de notenkraker, de noot en mezelf op elkaar af te stemmen en mijn schaaltje met kruimels wordt later ook gevuld door kwart, halve en zelfs hele “hersenen”. Voor iedere noot moet de afstemming opnieuw, geen noot is hetzelfde en dat samen met mijn ongeduld geeft regelmatig een hoop notengruis. Een mooie Zenoefening in afstemming, aandacht en geduld om wat lekkers te eten te krijgen, terwijl ik lekker buiten in het zonnetje zit op mijn vrij dag. 

Het gaat steeds beter totdat: Kreck... Mmm, dat is geen krak. Deze keer blijkt de noot sterker dan de tang. Bij gebrek aan beter schakelen we over op een combinatietang. Het beproefde recept blijkt niet meer te werken en er ontstaat weer een hoop notengruis. De combinatietang is duidelijk niet zo geschikt voor deze taak, maar met veel oefenen, de nodige aandacht, enige frustratie en natuurlijk de afstemming lukt het ook nu een paar keer om mooie halve noot in mijn schaaltje te krijgen.

Als ik me na de laatste noot omdraai om het afval op te ruimen, komt er vanuit het niets een grote zwarte vogel aan. Hij landt naast mijn schaaltje, pakt zonder enige twijfel één van mijn topexemplaren en vliegt weg. Ik sta helemaal perplex. Hebben we daar al die moeite voor gedaan? Ik kan er al snel hartelijk om lachen en hopelijk heeft hij net zo genoten van een heerlijke verse walnoot als ik. Bedankt voor de walnoten schoonzusje!

Hoe het afliep met de niet te kraken noot: gewoon de hamer erop.

zondag 17 april 2016

Woorden schieten te kort

Voor een derde keer lees ik het boekje “Go East” van Stine Jensen, op zoek naar de woorden die ik niet kan vinden. Het blog van deze week is ook wat later, gewoon omdat ik nog aan het zoeken was...

Stine is op het pad van de kundalini yoga gekomen. Haar boekje slaat een ontzettend mooie brug tussen Oost en West. De yogatraditie en alles wat er bij komt kijken wordt mooi geanalyseerd en binnen een kader van de Westerse filosofische traditie geplaatst. Dit zet alles in de huidige tijdsgeest, werkt relativerend en haalt het eventuele zweverige van het onderwerp. Een mooie introductie in Oosterse ervaringsfilosofie vanuit het Westen en vanuit een heel persoonlijk perspectief geschreven.

Welke woorden kan ik dan niet vinden? Woorden die niet te vinden zijn. Ik begin langzaam te realiseren dat er geen woorden zijn voor de pure ervaring van wat Stine doormaakt en van wat ze geleerd heeft. Hier schieten woorden tekort voor zonder heel zweverig of poëtisch te worden. Hier is taal niet voor gemaakt. Het gevoel van “de dag is rond”, “de tijd is vloeibaar”, het gevoel te houden van iedereen, het gevoel in tranen te kunnen uitbarsten bij het gefluit van een vogeltje is gewoon niet in woorden te vatten. Bij de derde keer lezen zie ik wel de zinnetjes die hier even naar verwijzen, gewoon een klein zinnetje tussendoor waaruit blijkt dat Stine heel goed weet wat ik bedoel. En laten we eerlijk zijn: om een boekje toegankelijk en verkoopbaar te houden moet het zeker niet te zweverig worden en dat heeft Stine goed begrepen.

Zoals gezegd, het boekje is een hele mooie introductie bij het bewandelen van een spiritueel Oosters pad. Het enige wat je dus bij dit boekje niet krijgt is de ervaring. Wellicht dat Stine ter promotie van haar boekje er een yogales bij kan doen! Ik meld me alvast aan.

Geïnspireerd door “Go East” van Stine Jensen.

zaterdag 9 april 2016

Wolken

Een ander perspectief geeft andere inzichten. Het is bijna een tegeltjeswijsheid, maar daarom niet minder waar. Ik zit deze keer op een andere plek in de meditatieruimte en halverwege de les kijk ik door de dakramen naar buiten en kan even genieten van de geweldige wolkenpartijen die over Zeist drijven. Die zie ik normaal niet. 

Ik verwonder me even over de rust die ik heb, dat ik voor deze schoonheid oog heb en er van kan genieten. Maar ik moet weer snel bij de les zijn. Letterlijk deze keer, want ik zit op de plek van de lerares en ik geef zelf de les. 

Voor ik het wist had ik toegezegd om de inhaalles voor mijn rekening te nemen en nu zit ik hier dus, te genieten van de wolken. Ik had me goed voorbereid, gezorgd dat ik ruim op tijd aanwezig was om alles klaar te zetten en de les nog eens door te nemen. Aan de ene kant erg spannend om voor het eerst zo'n zenles te geven, aan de andere kant had ik ook het volle vertrouwen dat het goed zou gaan. Of beter gezegd, ik had volop vertrouwen dat, zoals het zou gaan, dat dat goed zou zijn. 

En het is goed en de wolken zijn mooi. 

Mooie plek, die plek van de lerares.

zaterdag 2 april 2016

Drang

Hijgend loop ik de berg op. Ben net in Oostenrijk aangekomen, meteen uit de auto gesprongen, alle wandelkleding aangetrokken , rugzak gepakt en meteen op pad gegaan. Ik neem nu even rust om op adem te komen om daarna weer vol door te lopen. Vijf minuten later stop ik wederom, beetje oververhit en flink zwetend. Tijd om maar wat kleding uit te trekken en in T-shirt snel weer verder te gaan. 

Nee, ben niet meer zo verward als vorige week en ben zeker niet helemaal gek geworden. Grappige is dat ik me volledig bewust ben van mijn gehaast en onrust. Deze laatste momenten zijn een soort climax van iets dat een paar weken geleden langzaam opkwam. Heb toen besloten hier niet al teveel vragen bij te stellen en gewoon naar mijn lichaam te luisteren en er heel bewust mee om te gaan. Eerst wilde ik wel weer een keer naar Singapore, zo vlak voor het paasweekend wilde ik naar de sneeuw. Niets mis mee, geen tekenen van een verwarde man. Oostenrijk is het geworden en ben zelfs relaxed naar Oostenrijk toe gereden, maar nu het (wat het ook moge zijn) dan bijna zover is laat ik het maar even begaan. Ik weet dat het gekkenwerk is zo de berg op te rennen, maar het zij zo. 
 
In de paar uur daarna voel ik dat de drang inderdaad langzaam wegebt. Het gehaaste valt weg, ik kan een diepere laag rust aanboren. Ik lijk het gevonden te hebben. Wat het is? Weet het eigenlijk niet precies. Kan een heel rationeel verhaal opstellen van zoeken naar vrijheidsgevoel, over hoe ik dit wellicht de vorige vakantie met de barre omstandigheden niet kon vinden. Kan er nog veel meer bij halen (voel ik me niet vrij in mijn dagelijks leven?), maar het doet er eigenlijk niet toe. Het is zoals het is (of beter gezegd was), en dat is goed.