zaterdag 30 januari 2016

Komt een man bij de dokter

Om je lichamelijke toestand te checken is het zo lekker makkelijk: thermometer erin en je weet op de tiende graad hoe het er met je voorstaat. Een griepje is zo vastgesteld.

Voor je geestelijke toestand bestaat dit helaas niet. Als ons de sociale vraag gesteld wordt “Hoe gaat het met je” komen we waarschijnlijk niet veel verder dan vier of vijf degradaties in ons geluksgevoel. We kennen allemaal wel dat ultieme gevoel dat we heel de wereld aankunnen. Alles wat we willen lukt en alles zit mee. Ons geluk zouden we zonder twijfel een dikke 10 geven. We kennen helaas allemaal ook wel het gevoel dat we totaal in de put zitten. Op die momenten lukt niets wat we willen en alles wat ons overkomt, zit nog tegen ook. Op de geluksschaal zouden we onszelf een 1 geven.

Nu terugkijkend, heb ik het gevoel dat de afgelopen maanden mijn geluksthermometer beetje bij beetje, iedere dag langzaam van een tien naar een onvoldoende is gezakt. Waaraan ik merkte dat mijn geluksgevoel als water door mijn vingers langzaam weg glipte: 's ochtends net niet uit bed willen komen, toch een keer het mediteren overslaan, de koude douche overslaan, net iets minder aandacht voor het eten hebben, net iets vaker op je telefoon kijken of er in de wereld nog iets gebeurd, net iets vaker minder glimlachen, je net iets eenzamer voelen met de feestdagen. Allemaal kleine dingetjes die ik niet meteen opmerkte en die op zich niet heel veel zeggen, maar allemaal tezamen ervoor zorgen dat mijn thermometer iedere keer verder zakt.

Doordat het de afgelopen maanden zo geleidelijk is gegaan en de hele schaal doorlopen heb, hoop ik dat ik mijn thermometer goed gekalibreerd heb en vanaf nu mijn eigen gelukstemperatuur kan vaststellen.

Hoe het met me gaat? Een 8,2 zou ik zeggen! Hoe dat zo snel weer komt: volgende week meer!

vrijdag 22 januari 2016

Kaaskop die ik ben

Hoe kom ik er nu weer toe om na het krijgen van een cadeautje te gaan filosoferen over hoe een kaaskop ik ben? 

Ik merkte alleen op dat ik niet vrij en blij kon reageren. Merkte mijn reactie van “dat is toch niet nodig”. En van het één komt het ander. Van “dat is niet nodig” kom je snel op de Nederlandse mentaliteit van “doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg”. En dan wat er nog meer zo Nederlands aan mij is.

Wat maakt mij nou zo'n ontzettende kaaskop? Natuurlijk ben ik als “iedere” Nederlander zuinig, ieder dubbeltje eerst omdraaien voordat ik het uitgeef. Eens gek doen? Nee, ik doe wel lekker normaal. Verder moet alles natuurlijk wel lekker georganiseerd en geregeld voor me zijn. De stress slaat al snel toe als de trein vertraagd is: zal ik nog wel thuis komen?

Er zal ongetwijfeld nog veel meer zijn waarvan ik me nog niet bewust bent, maar wat oh zo Hollands is. Er is natuurlijk niets mis mee, ik ben gewoon trots om Nederlander te zijn, maar door het kadootje merkte ik op dat ik daardoor niet vrij was.

Dat niet vrij kunnen zijn door de Nederlandse cultuur zit vrij diep. Ik vond het bijvoorbeeld schokkend om een onderzoek te zien dat de helft van de Nederlanders maar een paar keer per jaar uit eten gaat. Tsja, doe eens gek als je thuis gewoon je aardappels kunt koken. Een Aziaat zou zich afvragen of je dat overleeft, die gaat toch een paar keer per week buiten de deur eten, zo niet iedere dag. Ik ga bijvoorbeeld minstens iedere maand uit eten, dat voelt al als een enorme bevrijding, maar die Aziaat zou me nog steeds uitlachen. Uiteindelijk ben ik dus helemaal niet vrij om iedere keus te maken die mogelijk is, geen haar op mijn hoofd die erover denkt iedere dag uit eten te gaan.

Moet ik me nu maar als een Aziaat gaan gedragen? Nou, nee, ik moet gewoon Patrick blijven maar me bewust zijn van mijn culturele achtergrond en hoe dit mijn gedrag "geprogrammeerd" heeft. Door er bewust van te zijn hoop ik binnenkort door deze culturele muur rond mijn hart heen te breken en dichter bij mezelf te reageren, een beetje Aziaat ben ik misschien wel. Wellicht dat ik dan gewoon enthousiast kan reageren omdat ik het eigenlijk wel fijn vind een cadeautje te krijgen. Wie weet voel ik me dan ook zo vrij om een cadeautje terug te geven!

Hoewel, is dat nu wel nodig? Kost nog geld ook.....

zaterdag 16 januari 2016

Kleurenblind

Hoe gaan we dat nu aanpakken? Hoe gaan we iemand die geen kleuren ziet, dit aanleren. Sterker nog, hoe gaan we deze persoon eerst wijsmaken dat kleuren überhaupt bestaan? Deze persoon zal als hij eindelijk overtuigd is van het het bestaan van kleuren dan waarschijnlijk nog zeggen dat hij wel kleurenblind zal zijn.

Deze analogie vat voor mij de afgelopen paar jaar en 2015 in het bijzonder wel het beste samen: hoe ga ik de kleuren in het leven beter leren zien, oftewel hoe leer ik beter naar mezelf, naar mijn hart te luisteren.

Het proces van kleuren leren zien wordt mooi verwoordt bij de begeleidende tekst van een bodyscan: “Kijk of je sensaties in je lichaam kunt opmerken. Je hoeft niet speciaal iets te doen om sensaties op te wekken. Maar kijk of je nieuwsgierig kunt zijn naar de sensaties die er al zijn, ook al zijn ze nog zo subtiel. En het kan ook zijn dat je helemaal niets voelt, en kun je dan opmerken hoe dat is, dat er geen sensaties of gewaarwordingen zijn.” Dit is precies waar het begint: het staren naar een wit vlak en daar alleen maar wit in zien, en maar turen en turen, met aandacht en nieuwsgierigheid. Tot die ene dag dat je ineens denkt dat er net iets meer is dan wit, dat er misschien toch een grijs stukje in zit. Dat is het begin. Veel, veel later blijkt dat witte vlak de complete regenboog te bevatten. 
 
Er is maar één kern begrip dat essentieel voor mij is in dit alles en dat is aandacht: aandacht voor je lichaam tijdens een bodyscan, aandacht voor je zintuigen tijdens de krentoefening, aandacht voor je gedachtes tijdens een zitmeditatie. Meditatie is eigenlijk niets meer dan aandacht. Beetje bij beetje leer je kleine signalen in je lichaam te zien en daar iets mee te doen, beetje bij beetje leer je dat hele kleine stemmetje dat uit je hart komt te horen en te begrijpen. En op een gegeven moment ga je daar op vertrouwen en naar luisteren.

Zie ik dan nu alle kleuren, hoor ik alle stemmetjes? Ik denk en hoop het nog van niet, maar de wereld is in ieder geval een stuk minder zwart/wit in 2016 dan in 2015 en iedere dag zal ik weer meer nieuwe kleuren leren zien.

vrijdag 8 januari 2016

De glimlach

Het gaat toch in je hoofd zitten. Die glimlach. Tijdens het mediteren vandaag dwalen mijn gedachten er onwillekeurig wederom naar af. Waarom toen die glimlach? En dat allemaal door de yogalerares.

Voordat er een verkeerd beeld gevormd wordt, zal ik bij het begin beginnen! 

Het begint natuurlijk met een glimlach. Tijdens de afsluitende meditatie na de yogales. Na afloop vraagt de lerares waar ik aan zat te denken tijdens mijn glimlach. Ik antwoord dat het juist de afwezigheid van een gedachte is die achter de glimlach zit.

Tijdens de dagen daarna onderzoek ik waar ik nu precies naar glimlach. Soms zit ik te wachten op de glimlach, en dan komt ie natuurlijk niet. Andere keren mis ik het ontstaan compleet en is ie er ineens. Na een week komt er een completer antwoord bovendrijven.

Het eerste krullen van de mondhoeken ontstaat als er een zekere rust over me heen valt, een ontspanning in mijn gezicht. Er ontstaat ruimte om naar mezelf te kijken, ik ga niet meer helemaal op in mijn gedachtes en ik glimlach naar mezelf.

Ik kijk als het ware in de spiegel van de fitnessruimte naar de laatste yogaoefening van de les: die van mijn hersenen. Ik zie hoe deze keer mijn hersenen in plaats van mijn armen en benen zichzelf in een knoop leggen, en dat zonder enige inspanning. Ze doen gewoon wat ze altijd al doen door gedachte na gedachte uit te spugen, overal een mening over te hebben, alles proberen te controleren en te voorspellen, alle emoties te rationaliseren. Hoe harder ze proberen te ontspannen, des te meer de knoop wordt aangetrokken, het lijkt de enige manier waarop de geest kan functioneren. Het is een vermakelijk schouwspel, ik zie patronen en thema's terugkomen, ik zie een stroom van gedachten langskomen die maar doorgaat, ik zie het nutteloze ervan in. Het is eigenlijk veel erger dan een glimlach naar mezelf, ik lach mezelf vierkant uit!

De glimlach wordt het grootst als de stroom opdroogt en de knoop voor even ontward is, als naast mijn lichaam ook mijn geest zich ontspant. Eindelijk leef ik niet meer in mijn hoofd, eindelijk leef ik dan in het NU, waar alles mooi en perfect is. Hier glimlach ik uiteindelijk naar.

Pffff, dat heeft weer heel wat hersenyoga gekost om dit bij mezelf te zien. Toch nog niet zo'n heel slecht antwoord wat ik zo snel oprakelde op de vraag van de lerares. Maar na er nog een weekje over gedacht te hebben, begrijp ik veel beter waarom Boeddha zo vaak met een glimlach staat afgebeeld!

Geïnspireerd door H.

zaterdag 2 januari 2016

De tijd is vloeibaar

De dag is dus rond, maar de tijd is ook vloeibaar geworden. Mijn gehele tijdsbesef verandert langzaam. Ik vergeet vaker mijn horloge om te doen en ben me daarmee nog eens meer bewust van het verloop van de tijd, weet altijd op een kwartier hoe laat het is. 

Tijdens het mediteren zie ik de schaduwen langzaam bewegen op mijn balkon, iedere ochtend merk ik dat de eerste vogeltjes net iets later beginnen met fluiten omdat de zon weer iets later opkomt. Iedere dag staat Venus net een stukje meer naar links ten opzichte van de “vaste” sterren. De maan beweegt weer iets sneller dan de planeten. Heel, heel langzaam verandert alles om ons heen continue. Geen dag is hetzelfde. Ik begin tijdschalen te zien waarvan ik me nooit bewust was, tijdschalen van hele langzame veranderingen die we in de snelle wereld om ons heen uit het oog zijn verloren.

Tijd is dus verandering. Nu ik me meer bewust ben van de veranderende natuur om mij heen, begin ik beetje bij beetje te beseffen dat er nog iets is dat heel langzaam verandert. Ik heb eigenlijk nooit beseft dat dit ook verandert samen met de natuur en alles om me heen. Ik beschouw het als iets onveranderlijks maar het verandert misschien nog wel sneller dan van alles om me heen.

Wat het is: ik ben het zelf! Cel voor cel wordt vervangen in mijn lichaam. Een haar valt uit, grijze haren ontstaan, een rimpel in mijn gezicht komt erbij. Ideeën waar ik een maand geleden vol in geloofde, lijken nu helemaal irrelevant. Geen dag ben ik hetzelfde. Ik ben als persoon net zo vloeibaar als de tijd om me heen.