vrijdag 8 januari 2016

De glimlach

Het gaat toch in je hoofd zitten. Die glimlach. Tijdens het mediteren vandaag dwalen mijn gedachten er onwillekeurig wederom naar af. Waarom toen die glimlach? En dat allemaal door de yogalerares.

Voordat er een verkeerd beeld gevormd wordt, zal ik bij het begin beginnen! 

Het begint natuurlijk met een glimlach. Tijdens de afsluitende meditatie na de yogales. Na afloop vraagt de lerares waar ik aan zat te denken tijdens mijn glimlach. Ik antwoord dat het juist de afwezigheid van een gedachte is die achter de glimlach zit.

Tijdens de dagen daarna onderzoek ik waar ik nu precies naar glimlach. Soms zit ik te wachten op de glimlach, en dan komt ie natuurlijk niet. Andere keren mis ik het ontstaan compleet en is ie er ineens. Na een week komt er een completer antwoord bovendrijven.

Het eerste krullen van de mondhoeken ontstaat als er een zekere rust over me heen valt, een ontspanning in mijn gezicht. Er ontstaat ruimte om naar mezelf te kijken, ik ga niet meer helemaal op in mijn gedachtes en ik glimlach naar mezelf.

Ik kijk als het ware in de spiegel van de fitnessruimte naar de laatste yogaoefening van de les: die van mijn hersenen. Ik zie hoe deze keer mijn hersenen in plaats van mijn armen en benen zichzelf in een knoop leggen, en dat zonder enige inspanning. Ze doen gewoon wat ze altijd al doen door gedachte na gedachte uit te spugen, overal een mening over te hebben, alles proberen te controleren en te voorspellen, alle emoties te rationaliseren. Hoe harder ze proberen te ontspannen, des te meer de knoop wordt aangetrokken, het lijkt de enige manier waarop de geest kan functioneren. Het is een vermakelijk schouwspel, ik zie patronen en thema's terugkomen, ik zie een stroom van gedachten langskomen die maar doorgaat, ik zie het nutteloze ervan in. Het is eigenlijk veel erger dan een glimlach naar mezelf, ik lach mezelf vierkant uit!

De glimlach wordt het grootst als de stroom opdroogt en de knoop voor even ontward is, als naast mijn lichaam ook mijn geest zich ontspant. Eindelijk leef ik niet meer in mijn hoofd, eindelijk leef ik dan in het NU, waar alles mooi en perfect is. Hier glimlach ik uiteindelijk naar.

Pffff, dat heeft weer heel wat hersenyoga gekost om dit bij mezelf te zien. Toch nog niet zo'n heel slecht antwoord wat ik zo snel oprakelde op de vraag van de lerares. Maar na er nog een weekje over gedacht te hebben, begrijp ik veel beter waarom Boeddha zo vaak met een glimlach staat afgebeeld!

Geïnspireerd door H.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten